Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Hij [9]heeft de aarde gegrond op haar grondvesten; zij zal nimmermeer noch eeuwiglijk wankelen. 9. De profeet wil hier zeggen dat het aardrijk zo vast van den Heere gegrond is, alsof het op een vasten en sterken bodem, fondament of steunsel stond. Zie de aantekening bij hfdst.24 vs.2, en Job 26:7.